William Boeva over inclusie in de media
Op maandag 13 maart kwam William Boeva, een succesvol stand-up comedian met dwerggroei, naar campus Jacob Jordaens om er te spreken over inclusie in de media. Na zijn voordracht konden de leerlingen vragen stellen, en zo ontstond er een gesprek over discriminatie en acceptatie.
Meer dan alleen de beperking
In zijn voordracht aan vier klassen van campus Jacob Jordaens vertelde William Boeva over hoe het was om op te groeien met een beperking. Hij vocht als kleine jongen vaak tegen vooroordelen: 'dat zal hij waarschijnlijk niet kunnen', werd er dan gezegd. Maar, gelukkig dachten zijn ouders daar anders over. In tegenstelling tot wat hen werd aangeraden, ging William naar het reguliere onderwijs. Daar zat hij tussen 'normale' jongeren, waardoor hij zich natuurlijk soms een buitenbeentje voelde.
Het gevolg daarvan was dat hij zich een beetje op de achtergrond hield, terwijl hij in zijn gedachten de leukste mopjes bedacht. En toen een leerkracht Nederlands hem vertelde over Alex Agnew, wist hij meteen dat hij later ook comedian wilde worden. Die leerkracht Nederlands vond dat een super idee, en zo kwam William in het komediewereldje terecht. Nu kennen we William als een vrolijke, grappige en gevatte comedian die toevallig dwerggroei heeft. En hoewel dat als comedian soms in zijn voordeel speelt, hamert William op het feit dat mensen met een beperking veel meer zijn dan hun beperking alleen.
Wat is inclusie?
Volgens William is er nog heel wat werk aan onze inclusieve maatschappij. Dat mensen met een beperking ook altijd in die hoedanigheid op televisie komen bijvoorbeeld, daar hekelt hij zich aan. En terecht. In de media en in de maatschappij is het nog te vaak een wij-zij verhaal, terwijl we eigenlijk veel meer met elkaar gemeen hebben, dan we denken. Als je dus iemand met een beperking tegenkomt, denk dan niet aan wat die persoon allemaal niet kan, maar merk vooral op wat die persoon nog wel kan. Zo zal je zien dat er veel meer gelijkenissen zijn dan je denkt. 'Inclusie, wat is dat dan?', vroegen de leerlingen zich af. Dat mensen met een beperking veel normaler worden, is het antwoord. Waarom zijn er in sommige metrostations bijvoorbeeld 5 normale poortjes en 1 extra breed poortje, speciaal voor mensen met een beperking? Waarom zijn niet alle poortjes gewoon even breed zodat iedereen erdoor past, beperking of niet? Of waarom werd in het programma 'Blind Getrouwd' nog nooit iemand gekoppeld aan een persoon met een beperking? Zolang we daar niet mee om kunnen, is er geen sprake van inclusie, vindt William. Universal Design heet dat concept: ervoor zorgen dat zaken voor iedereen bruikbaar of van toepassing zijn in plaats van dat ze voor sommigen moeten worden aangepast.
En hoe dan wel?
Dat mensen nieuwsgierieg zijn naar dingen die ze nog nooit hebben gezien, vindt William niet meer dan normaal. Maar, wees vooral niet bang, zegt hij. Mensen met een beperking zijn ook maar mensen en hebben net zoveel contact nodig met andere mensen als wij allemaal. Misschien zij zelfs nog net iets meer. Want, momenteel leven we nog steeds heel erg van elkaar gescheiden. Dat kan anders. Als we er samen voor zorgen dat mensen met een beperking zoveel mogelijk toegang krijgen tot de plekken en kringen waar ook 'gewone' mensen vertoeven, zetten we alvast een grote stap in de goede richting!